Uit ouden tijd
By Pieter Louwerse
7 Mar, 2019
Het was den 28sten Juni van het jaar onzes Heeren 1297, dat er in den Buitenhof van het Grafelijke jachtslot in „Die Haghe” zich een bonte menigte bewoog. Opgetuigde paarden liepen aan de hand van stalknechts op en neer, en gaven dikwijls zulke k
... Read more
Het was den 28sten Juni van het jaar onzes Heeren 1297, dat er in den Buitenhof van het Grafelijke jachtslot in „Die Haghe” zich een bonte menigte bewoog. Opgetuigde paarden liepen aan de hand van stalknechts op en neer, en gaven dikwijls zulke krachtige bewijzen van hun ongeduld, dat de knechts wel beide handen noodig hadden om de dartele dieren in toom te houden. Valkeniers, pluimgraven, hondenjongens, jagers, hofhoorigen van allerlei bedrijf en ambacht,—lijfeigenen, boeren, ambachtslieden, schildknapen, Ridders en Edelen, alles liep in de bontste wanorde, die men zich maar voorstellen kan, door elkander en scheen ten laatste in het ongeduld der trappelende en snuivende rossen te deelen.
Wat was er te doen?
De dorpers van Rijswijk, Voorburg en Leydschendam hadden reeds gedurende verscheidene dagen geklaagd, dat de omstreken door een reusachtigen wolf zeer onveilig gemaakt werden, doch daar dit dier zich meestal schuil hield op het jachtgebied van den Graaf, hadden ze den moed niet, het dier daar op te zoeken en te dooden. Nu stond er voor hen geen andere weg open dan den Graaf er kennis van te geven, dan kon deze, als hij het goed vond, zelf op de jacht gaan en het dier dooden, of anders de Edelen uitnoodigen, het Grafelijke Hout van dien vreeselijken bewoner te verlossen. Had hij hiertoe geen lust, welnu, dan kon hij toestaan, dat de bewoners der genoemde plaatsen op [4]dit dier in het bosch een drijfjacht hielden. Iets in hun voordeel zou er gebeuren, dat wisten die lieden zeker, want al was de Genadige Graaf Jan, „der Keerlen God,” niet, hij was er toch een zoon van, en al liep de jonge man ook nog zoo aan den leiband van den heerschzuchtigen, ruwen, wreeden en onbeschoften Zeeuwschen Edelman Wolfaerd van Borselen, toch zou de Graaf hier uitkomst brengen. Het kon niet anders. Less